Deelnemen aan een wielerwedstrijd gaat vaak gepaard met verre verplaatsingen, waarbij we vaak meer dan een uur in de wagen moeten zitten vooraleer we aan de eigenlijke startplaats aankomen. Door deze afstand is het vaak moeilijk om in te schatten hoelang we onderweg zullen zijn, waardoor ik me vaak als één van de laatste inschrijf …
Borsbeek ligt echter slechts een kleine acht kilometer verwijderd van Ranst, dus normaal gezien zou je verwachten dat ik me tijdig kon inschrijven, maar … om de één of andere reden hadden alle coureurs zin om extra vroeg te komen, en toen ik 25 minuten voor de start achter mijn rugnummer ging, kreeg ik het laatste nummer in handen, nummer 87.
Maar de laatsten zullen de eersten zijn, niet dat ik gewonnen heb, helemaal niet, maar ik heb wel eindelijk nog eens een goede wedstrijd gereden: vrij attent, redelijk goede benen, ademhaling ok, … Vijf ronden voor het einde glipte ik hierdoor mee in een achtervolgend groepje van zes man. De kopgroep van zeven renners was reeds enkele ronden eerder gaan vliegen, en die zouden we nooit meer terug zien, maar ons groepje slaagde er wel in om voor het peloton te blijven. Door opkomende krampen kon ik me helaas niet meer mengen in de sprint om de achtste plaats, maar ik ben meer dan tevreden met mijn dertiende plaats.
En wat te doen aan die hoge rugnummers ? Ik denk dat er maar één oplossing is, namelijk Belgisch kampioen worden, dan draag ik altijd nummer 1 🙂