Het laatste weekend van augustus staat steeds in het kader van KTT, het Kempisch Triatlon Team. Alle leden steken een handje toe om de vele wedstrijden in goede banen te leiden, en velen komen ook zelf aan de start. In tegenstelling tot vorige jaren, heb ik niet deelgenomen aan de kwarttriatlon, maar wel aan de 1/8ste triatlon. Als je niet traint op zwemmen en lopen, is het niet echt verstandig om anderhalve kilometer in het water te liggen plonsen … en tien kilometer te lopen …
Dus aan de start voor 500 meter zwemmen, 20 kilometer fietsen en 5 kilometer lopen. Het water was behoorlijk koud, maar eens het startschot gegeven werd, voelde ik daar niets meer van. Hoewel ik al snel voelde dat er niet veel kracht in mijn armen zat, slaagde ik er toch in om niet alleen te vallen. Steeds voeten in het vizier kunnen houden, nooit het gevoel gehad dat ik ergens achteraan zat te bengelen. Na twaalf minuten kwam ik uit het water, met een 138ste zwemtijd op 200 deelnemers.
Dan de fiets op gesprongen … na een paar kilometer leek het alsof de sluizen werden open gezet. Regen met pijpestelen, hagel, wind, … het was leuk op de fiets 🙂 Het fietsen ging behoorlijk goed. Misschien iets te hard vertrokken waardoor ik even moest temporiseren, maar na een halve ronde kon ik de gashendel verder opentrekken. Na een dikke 30 minuten kwam ik terug in de wisselzone. Achtste fietstijd met een gemiddelde van 38,9 kilometer per uur.
Tot slot vijf kilometer lopen. Hoewel ik de afgelopen maanden eigenlijk niets gelopen heb, ging het nog behoorlijk goed. Ik kon een vrij constant tempo behouden, en slechts twee atleten staken me voorbij. Met een 35ste looptijd en een gemiddelde van 14,38 kilometer per uur moet ik zeker tevreden zijn!
Na 1 uur en vijf minuten kwam ik uiteindelijk als 29ste over de finishlijn. Toch wel straf om bij de eerste dertig te eindigen zonder te trainen op het zwemmen en het lopen. De spierpijn en stijfheid moet ik er wel bijnemen …