Elk jaar probeer ik nog eens deel te nemen aan een wielerwedstrijd. Net zoals vorig jaar koos ik voor de wedstrijd in Vremde (OPEN: Elite zonder contract, beloften, amateurs & masters), een wedstrijd over 95 kilometer. Aan de start stonden 88 deelnemers, toch wel een behoorlijk grote groep … Zou ik kunnen volgen ?
Van bij het begin ging het behoorlijk snel … steeds boven de 40, na elke bocht serieus moeten optrekken, af en toe wat uitpuffen wanneer het stil valt … de eerste ronden verteerde ik echter zeer goed. Steeds vooraan in het peloton rustig meerijden zonder in de problemen te komen. Na een veertigtal kilometer, op het moment dat de wedstrijd in een definitieve plooi aan het vallen was, moest ik wel even op mijn tanden bijten. Vooral na de bochten is het de kunst om meteen in het wiel te zitten, en dat lukte niet altijd. Eén keer heb ik zelf een gat moeten laten vallen, gelukkig waren er nog genoeg coureurs achter mij die het snel dichten (met de nodige commentaar natuurlijk …) waardoor ik mijn plaats in het peloton kon behouden.
Ik was blij toen de speaker ‘laatste ronde’ riep. Opdracht geslaagd, nu proberen zo dicht mogelijk te eindigen. Een kleine drie kilometer voor de finish viel er een klein gat achter mij. Samen met twee andere coureurs probeerden we weg te blijven. Op zulke momenten voel ik toch dat ik iets te kort kom. Normaal natuurlijk, als je maar één wedstrijd per jaar meedoet. We werden dan ook opnieuw ingelopen, waarbij het tot een massasprint kwam voor de 19de plaats.
Uiteindelijk werd ik 44ste van de 88 deelnemers. Dit was een ideale training met het oog op het triatlonweekend van Viersel binnen twee weken !