Half tien, het startschot weerklinkt, een kleine 2000 lopers vertrekken voor hun marathon. Ik stond mooi vooraan bij de start, mijn doel: onder de vier minuten/kilometer lopen.
Vrijwel onmiddellijk werden er groepjes gevormd. Eerst de toppers, dan een paar enkelingen, en dan ons groepje van een kleine tien man. Vrij lang bleven we samen, waardoor ik me wat kon verstoppen tegen de felle wind. Rond kilometer achttien brak ons groepje uiteen omdat het voor sommigen (inclusief mezelf) toch té snel ging. We liepen dan ook constant tegen een snelheid van 3min40 …
Het halve marathonpunt kwam ik door op 1u20, toch wel straf dacht ik! Als ik zo verder doe, dan verpulver ik mijn persoonlijke record van 2u50 (Brussel, 2011). Ik voelde me nog behoorlijk fris op dat moment … tien kilometer later was dat wel lichtjes anders … vanaf kilometer 30 kreeg ik pijn aan de bovenbenen (ik moet toch meer trainen op interval …), waardoor het er plots naar uitzag dat ik het groepje niet ging blijven kunnen volgen … Op kilometer 32 was het zover. In het Rivierenhof kwam ik alleen te zitten. Vanaf toen was het rekenen en mezelf proberen te motiveren om vooral door te gaan.
De laatste 10 kilometer werd ik nog door twee atleten voorbij gestoken. Uiteindelijk kwam ik na 2:47:30 als 18de (van de 1600 finishers) over de meet. Een nieuw persoonlijk record!